Katoen

Katoen is een zachte vezel, die op de zaden van de kantoenplant groeit. Van de vezels worden veelal draden gesponnen waarvan zacht, ademend textiel (wat ook katoen wordt genoemd) wordt gemaakt.

Katoen wordt in tropische gebieden al duizenden jaren gebruikt om fijne doeken te maken. Volgens onderzoek zou katoen al in 12.000 voor Christus in Egypte worden gebruikt.

Het grootste deel van het katoen wordt verbouwd in Centraal en Zuid Amerika. Katoen wordt veel gebruikt voor de fabricage van kleding, onderkleding en badtextiel.

De kwaliteit van katoen is afhankelijk van het aantal draden per inch. Hoe meer draden, hoe fijner de stof is en hoe hoger de kwaliteit.

Katoen ademt goed en neemt vocht goed op en voelt koel aan. Verder is het soepel en is relatief goedkoop. Katoen is krimp- en kreukgevoelig, het volgen van wasvoorschriften voor de stof is daarom van belang.

Naast katoen wordt voor stoffen die worden gebruikt in kleding en onderkleding vaak één of meer andere vezels toegevoegd zoals bijvoorbeeld lycra, spandex of modal, door de toevoeging van deze vezels wordt de stof soepeler, zachter en elastischer.

Katoen van goede kwaliteit heeft een aantal belangrijke eigenschappen:

• Warm in de winter en koel in de zomer
• Sterk en duurzaam
• Eenvoudig te onderhouden
• Makkelijk te kleuren
• Goed te combineren met andere stoffen.